HOME

Mini Shell 1.0
DIR:/proc/self/root/lib/Acronis/BackupAndRecovery/
Current File : //proc/self/root/lib/Acronis/BackupAndRecovery/HOWTO.INSTALL.nl
INHOUDSOPGAVE

Inleiding

I. De kernelmodule bouwen en installeren

II. Veelgestelde vragen:

    V: Hoe voer ik het .i686- of .x86_64-installatiebestand uit?

    V: Is het .i686-installatiebestand compatibel met mijn
x86_64-architectuur?

    V: Kan ik het product installeren op een IA64-systeem?

    V: Het installatieprogramma kan de kernelbronbestanden niet vinden in
de directory /lib/modules/<MY_KERNEL>/build of
/lib/modules/<MY_KERNEL>/source. Wat moet ik doen?

INLEIDING

Soms kan het installatieprogramma de 
nodige kernelmodules niet samenstellen of de vereiste
uitvoeringsomgeving niet voorbereiden voor het product.  Doorgaans krijgt u een bericht van het installatieprogramma
over dit probleem en wordt u naar dit bestand verwezen.

In het gedeelte I van dit bestand wordt beschreven hoe u
de kernelmodule kunt bouwen en installeren.  Mogelijk moet u dit gedeelte doorlezen als u
een aangepaste kernel hebt of niet de standaardlocatie van de
kernelbronbestanden gebruikt.

I. DE KERNELMODULE BOUWEN EN INSTALLEREN

Het product kan worden geïnstalleerd in de volgende
Linux-distributies met een kernel van 2.4.20 tot 4.4 en
glibc 2.3.2 of later:

    (a) Red Hat Enterprise Linux 4.x, 5.x, 6.x, 7.0, 7.1 
        en 7.2

    (b) Ubuntu 9.10, 10.04, 10.10, 11.04, 11.10, 12.04,
        12.10, 13.04, 13.10, 14.04, 14.10, 15.04 en 15.10

    (c) Fedora 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 
        22 en 23

    (d) SUSE Linux Enterprise Server 10 en 11
        SUSE Linux Enterprise Server 12 – ondersteund op
        bestandssystemen, met uitzondering van Btrfs

    (e) Debian 4, 5, 6, 7.0, 7.2, 7.4, 7.5, 7.6, 7.7, 8.0, 
        8.1, 8.2 en 8.3

    (f) CentOS 5.x, 6.x, 7 en 7.1

    (g) Oracle Linux 5.x, 6.x, 7.0, 7.1 en 7.2 – zowel 
        Unbreakable Enterprise Kernel en Red Hat Compatible 
        Kernel

    (h) CloudLinux 6.x

    (i) ClearOS 5.x, 6.x, 7 en 7.1

Doorgaans stelt het installatieprogramma
automatisch de kernelmodule samen die nodig is
om het product te laten werken.

Als het installatieprogramma de kernelmodule niet kan samenstellen, moet u
dit handmatig doen, zoals hier wordt uiteengezet.

U moet de kernelbronbestanden, het juiste
configuratiebestand en alle pakketten installeren die nodig zijn om
de kernel te bouwen. Deze pakketten zijn onder andere: 'gcc', 'make'
en 'kernel-devel'.    U wordt gevraagd naar de
vereiste pakketten wanneer u de kernelbronbestanden installeert.

Doorgaans kunt u de kernelmodule 'snapapi'
bouwen en installeren met de opdracht 'dkms':

    # dkms build -m <MODULENAAM> -v <MODULEVERSIE> \
     --config <CONFIGURATIEBESTAND> --arch <KERNELARCHITECTUUR> \
     --kernelsourcedir <PAD_NAAR_KERNELBRONNEN>

    # dkms install -m <MODULENAAM> -v <MODULEVERSIE> \
     --config <CONFIGURATIEBESTAND> --arch <KERNELARCHITECTUUR> \
     --kernelsourcedir <PAD_NAAR_KERNELBRONNEN>

In deze opdrachten geldt het volgende:

    <MODULENAAM> moet een van de volgende zijn:

        (a) Voor 2.4.x-kernels: snapapi

        (b) Voor 2.6.x- en 3.x-kernels: snapapi26

    <MODULEVERSIE> is de versie van de module 'snapapi'.
De versie kunt u bepalen door de volgende opdracht uit te voeren:

        # ls /usr/src | grep snapapi

        Als de naam van de directory bijvoorbeeld
snapapi26-0.7.64 is, dan is de waarde van <MODULEVERSIE>: 0.7.64

    <CONFIGURATIEBESTAND> is de naam van uw
kernelconfiguratiebestand.  Dit bestand bevindt zich meestal in de directory /boot.
Geef de volledige naam van het bestand op, bijvoorbeeld:
/boot/config-2.6.31-14-generic

    <KERNELARCHITECTUUR> is het type kernelarchitectuur, bijvoorbeeld:
i686. U kunt de waarde van <KERNELARCHITECTUUR> bepalen door
de volgende opdrachten uit te voeren:

        (a) Voor RPM-distributies, zoals Red Hat
Enterprise Linux, CentOS of Fedora:

            # rpm -q --queryformat "%{ARCH}\n" kernel

        (b) Voor distributies die niet zijn gebaseerd op RPM, zoals
Ubuntu:

            # uname -m

Voor details over de opdracht dkms raadpleegt u de
hoofdpagina over dkms.

Nadat u de kernelmodule hebt gebouwd en geïnstalleerd,
kunt u het product uitvoeren om de functionaliteit te testen.
De relevante kernelmodules worden automatisch geladen.

II. Veelgestelde vragen

V: Hoe voer ik het .i686- of .x86_64-installatiebestand uit?

   A: Dit is een standaard binair bestand.   U kunt de
installatie starten met de volgende opdrachten:

          # chmod +x <BESTANDSNAAM>

          # ./<BESTANDSNAAM>

      <BESTANDSNAAM> is hier de naam van uw .i686- of
x86_64-installatiebestand.

      Het installatieprogramma gebruikt RPM Package Manager (RPM).
Voordat u het product installeert op een systeem dat geen
gebruik maakt van RPM, zoals een Ubuntu-systeem, moet u RPM installeren;
voer bijvoorbeeld de volgende opdracht uit als
rootgebruiker:

          #apt-get install -y rpm

V: Is het .i686-installatiebestand compatibel met mijn
x86_64-architectuur?

   A: Nee, u moet het overeenkomstige
.x86_64-installatiebestand downloaden en installeren in plaats van het
.i686-installatiebestand. De installatieprocedure is identiek.

V: Kan ik het product installeren op een IA64-systeem?

   A: Nee, deze architectuur wordt niet ondersteund door het product.

V: Het installatieprogramma kan de kernelbronbestanden niet vinden in
de directory /lib/modules/<MY_KERNEL>/build of
/lib/modules/<MY_KERNEL>/source. Wat moet ik doen?

   A: Dit betekent meestal dat u de
kernelbronbestanden moet installeren die overeen komen met uw kernelversie.

      Gebruik de volgende opdrachten om de kernelbronbestanden te installeren
in Debian en Ubuntu:

       $ sudo apt-get update
       $ sudo apt-get install linux-headers-`uname -r`
       $ sudo apt-get install linux-image-`uname -r`
      
      Gebruik de volgende opdracht om de kernelbronbestanden te installeren
in Red Hat Enterprise Linux en Fedora:

       # yum install kernel-devel-`uname -r`